INDICATIES

Wat zijn indicaties om naar de podotherapeut te gaan?

Indicaties podotherapie

Hoe belangrijk de voetgezondheid voor het totale welbevinden is, beseft men meestal pas als er klachten optreden.

Bij voetklachten, maar ook bij vermoeide benen, branderige voetzolen of zelfs knie-, heup- en rugklachten, is het raadzaam om uw voeten te laten controleren. De menselijke voet is een zeer complex lichaamsdeel dat veel taken voor de lichaamsstatica en –beweging heeft. Door aanleg, eenzijdige belasting en ongeschikt schoeisel kunnen voetproblemen optreden.

Bij langdurige en eenzijdige belasting onder niet optimale condities vraagt echter veel van spieren en gewrichten. (Intensieve) sportbeoefening belast voeten, enkels en knieën in hoge mate. Met optimale sportschoenen en aangemeten sportzolen kunnen mogelijke verkeerde ontwikkelingen zeer goed worden tegengegaan.

Ondanks de voor u meest geschikte (sport)schoen kan het loopcomfort veelal verbeterd worden door middel van individueel aangemeten zolen.

Tevens kan er bij reumapatiënten veelal direct pijn worden verminderd, terwijl bij diabetici wonden aan de voet door overdruk vermeden kunnen worden.

Nu volgt een overzicht van mogelijke indicaties voor de podotherapie op verwijzing van de huisarts, aangezien deze klachten wekelijks bij de podotherapeut worden behandeld

Klachten aan de de heup/bekken/lage rug

1. Liesklachten (psoas busitis)

Pijn in het liesgebied, soms met uitstraling naar de voorkant van het bovenbeen en beperkingen tijdens het lopen.

Controleren op beenlengteverschil en standsafwijkingen van de benen en voeten. Indien deze zijn gevonden worden corrigerende zolen en/of een hakverhoging ter compensatie van het beenlengteverschil toegepast.

2. (Lage) rugklachten
Chronische en terugkomende pijnklachten in (voornamelijk) de regio van de lage rug.
  1. Controleren op beenlengteverschil, indien nodig een hakverhoging ter compensatie.
  2. Een afwijkende stand en/of functie van de voeten heeft invloed op de stand en functie van het bekken en de wervelkolom. Opheffen van de oorzaak met corrigerende podotherapeutische zolen.
  3. Bij onvoldoende demping tijdens het lopen schokdempende podotherapeutische zolen toepassen.
  4. Schoenadvies
3. Degeneratie van de heup (Coxarthrosis)
Na röntgenologisch vastgestelde coxarthrosis ter behoud van de functie van de heup.
Bij afwijkende stand en /of functie van de heup in combinatie met een afwijkende stand en/of functie van de voet (en/of de knie). Controleren op aanwezigheid van een beenlengteverschil. Corrigerende podotherapeutische zolen om de belasting van de heup zoveel mogelijk te normaliseren.
4. Snapping hip
Een knappend gevoel aan de buitenzijde van het bovenbeen t.h.v. de heup, vaak bij sporters en balletdansers. Wanneer het been van uit gebogen toestand (A) gestrekt wordt naar achteren toe (B).
Opheffen van de oorzaak (vaak naar buiten lopen) door corrigerende (sport-) podotherapeutische zolen. Bij een beenlengteverschil ook een hakverhoging toepassen.

Klachten aan de knie/bovenbeen

1. Degeneratie van de knie (gonarthrosis)
Röntgenologisch vastgestelde gonarthrosis. Preventief ter behoud van de functie van de knie.
Bij afwijkende stand en functie van de knie (en de voet en/of de heup). Controleren op aanwezigheid van een beenlengteverschil. Corrigerende podotherapeutische zolen om de belasting van de knie zoveel mogelijk te normaliseren.
2. Jumper’s knee (infrapatellaire insertietendopathie, apexitis patellae)
Pijn aan de voorzijde van de knie, bij of onder de knieschijf en beperkingen tijdens het lopen.
Pijn aan de voorzijde van de knie, bij of onder de knieschijf en beperkingen tijdens het lopen.
3. Meniscus irritatie
Bij chronische pijnklachten aan de binnen- of buitenkant van de knie t.h.v. de gewrichtsspleet (ter uitstel of in afwachting van chirurgisch ingrijpen).
Bij een afwijkende stand of functie van de voeten worden ook de knieën foutief belast. Hierdoor kan druk (compressie) optreden in het kniegewricht. Opheffen van de oorzaak met corrigerende podotherapeutische zolen. Bij voorkeur in combinatie met fysiotherapie behandelen.
4. Overbelasting t.h.v. binnenzijde van de knie (overbelasting van het ligamentum collaterale mediale t.h.v. pes anserinus)
Pijn aan de binnenzijde van de knie, rond de gewrichtsspleet.
Opheffen van de oorzaak (meestal het te veel naar binnen kantelen van de middenvoet (overpronatie tarsale complex) al dan niet gepaard met het naar binnen staan van het hielbeen (calcaneovalgus) hierdoor ontstaat rek op desbetreffende structuren) door corrigerende podotherapeutische zolen.
5. Pijn achter de knieschijf/ beschadiging van het kraakbeen aan de achterkant van de knieschijf (retropattelaire kraakbeen) (retropattelaire chondropathie
Pijn achter of rondom de knieschijf bij belasten en bij lang zitten.
Pijn achter of rondom de knieschijf bij belasten en bij lang zitten.
6. Tractus iliotibialis-frictiesyndroom (klachten t.h.v. buitenkant van de knie)
Pijn aan de buitenzijde van de knie, komt veel voor bij hardlopers.
De oorzaak ligt vaak in het naar buiten staan van de voet vanuit de hiel (calcaneovarus), corrigerende (sport-) podotherapeutische zolen kunnen deze oorzaak opheffen. Bij beenlengteverschil een hakverhoging toepassen. Sportschoenadvies. Loopadvies: Zoals lopen aan de andere zijde van de weg in verband met de bolling van het wegdek.

Klachten aan de enkel/onderbeen

1. Pijnklachten t.h.v. de aanhechting van de achillespees aan het hielbeen (Achillodynie)
Pijn en/of zwelling 3-6 cm boven de aanhechting van de achillespees. Pijn in het begin van of na belasting, met name bij sporters die veel hardlopen.
Corrigerende podotherapeutische zolen afhankelijk van de afwijkingen in het looppatroon. Trainingsadvies wat betreft de mate van belasting en de ondergrond. Gedoseerd rekken van de kuitmusculatuur. Bij voorkeur ion combinatie met fysiotherapie behandelen.
2. Degeneratie (arthrosis) van het bovenste spronggewricht
Startstijfheid en/of pijn in den enkel.
De beperking van het bovenste spronggewricht belemmert een normale voetafwikkeling. Hiervoor kan een hakverhoging in de schoen worden aangebracht. Daarnaast ontstaat veelal een afwijkend looppatroon waardoor ander klachten kunnen ontstaan en een foutieve belasting geeft van de overige gewrichten. Bij deze klachten is fysio- en /of manuele therapie gewenst.
3. Overbelasting binnenzijde knie (oppervlakkig) (insertietendopathie van de pes anserinus (superficialis)
Pijn en soms lichte zwelling op het onderbeen aan de binnenzijde en schuin onder de knie. Vaak bij zwemmers en langeafstandlopers, ook als complicatie bij degeneratie van het kniegewricht (gonarthrosis).
Opheffen van de oorzaak (meestal het te veel naar binnen kantelen van de middenvoet (overpronatie tarsale complex) al dan niet gepaard met het naar binnen staan van het hielbeen (calcaneovalgus) hierdoor ontstaat rek op desbetreffende structuren) door corrigerende podotherapeutische zolen.
4. Sinus tarsi syndroom (klachten t.h.v. buitenkant enkel)
Uitstralende pijn ter hoogte van de sinus tarsi bij belasting, vaak na een verdraaiing (distorsie) maar ook door compressie.
Afhankelijk van de oorzaak taping en/of corrigerende podotherapeutische zool.
5. Springschenen of shin splints (tibiaal stress syndroom, meestal insertietendopathie van de musculus tibialis anterior/posterior)
Pijn aan de buitenzijde van de knie, komt veel voor bij hardlopers.
Opheffen van de oorzaak (meestal het te veel naar binnen kantelen van de middenvoet (overpronatie tarsale complex) al dan niet gepaard met het naar binnen staan van het hielbeen (calcaneovalgus)) taping vooral bij acute klachten, maar meestal corrigerende podotherapeutische zolen en schoenadvies.

Klachten aan de voet

Huid

1. Eelt (callus, hyperkeratose)
Regelmatige terugkomende overmatige eeltvorming (ondanks behandeling pedicure) welke gepaard kan gaan met een branderig gevoel dan wel stekende pijn als gevolg van lokale overbelastingsplekken.
Opheffen van de oorzaak door ontlastende orthese en/ of podotherapeutische zolen.
2. Likdoorn (clavus, kertoma, eksteroog)
Regelmatig terugkomende likdoorn (ondanks behandeling pedicure) welke stekende pijn veroorzaakt.
Opheffen van de oorzaak door ontlastende orthese en/ of podotherapeutische zolen.
3. Littekens
Pijn bij overmatige eeltvorming.
Opheffen van de oorzaak door ontlastende orthese en/ of podotherapeutische zolen.
4. Wonden (ulcera / ook voor wonden op basis van diabetes mellitus)
Niet helen van wonden aan onderzijde en/ of bovenzijde van de voet.
Opheffen van de oorzaak door ontlastende orthese en/ of podotherapeutische zolen en /of door schoeisel aan te passen dan wel te wijzigen.
5. Wratten (verrucae)
Bij langdurige of blijvende klachten en/ of pijn bij onvoldoende effect van een stikstofapplicatie of dectrotimer, chemische behandeling met bijvoorbeeld salicylzuur of ter voorbereiding voorafgaand aan een stikstofapplicatie.
Ontlasten van de wrat door podotherapeutische zolen, wrat wordt met zolen niet verwijderd maar wel drukvrij gelegd wat een gunstig effect heeft op de behandeling ervan.

Tenen

1. Slijmbeurs (-ontsteking) (bursa/busitis)
Pijn, zwelling, roodheid, warmte.
Drukvrij leggen met viltverband en/ of orthese. Opheffen van de oorzaak indien nodig door podotherapeutische zolen.

2. Chronisch uit de kom gaan (subluxatie) van tenen

Pijn bij het gaan met name bij de afzet t.h.v. teengewrichten.
Nagaan of de klachten niet veroorzaakt worden door het schoeisel. Bij acute fase tapen en vervolgens indien nodig opheffen van de oorzaak door ontlastende orthese en/ of podotherapeutische zolen.
3. Beenuitwas(exostosen/osteofyten)
Pijn ter hoogte van overmatige beenuitwas tijdens het lopen en/of in rust, veelal stekende en /of drukpijn.
Pijn ter hoogte van overmatige beenuitwas tijdens het lopen en/of in rust, veelal stekende en /of drukpijn.
4. Hamertenen/ klauwstand tenen
Pijnklachten a.g.v. wrijving (frictie) tussen de tenen (interdigitaal) of preventief bij kinderen (meestal geen klachten).
Opheffen van de oorzaak door ontlastende orthese en/ of podotherapeutische zolen.
5. Over elkaar heen liggen van tenen (supra/infraductie digiti)
Pijnklachten a.g.v. wrijving (frictie) tussen de tenen (interdigitaal) of preventief bij kinderen (meestal geen klachten).
Opheffen van de oorzaak door ontlastende orthese en/ of podotherapeutische zolen.
6. Wintertenen (perniosis/ fenomeen van Raynaud)
Koude tenen met name als het buiten koud is.
Adviseren van wisselbaden aangevuld met voetverzorgings- en schoenadvies (verminderen van de druk van de schoen op de voet).

Voorvoet

1. Ontsteking gewrichtskapsel t.h.v. overgang middenvoetsbeentje en teen (capsulitis MTP-gewricht)
Pijn bij het gaan met name bij de afzet t.h.v. teengewrichten.
Opheffen van de oorzaak door podotherapeutische zolen.
2. Doorgezakte voorvoet (pes transversus)
Pijn onder de bal van de voet t.h.v. het einde van het 2e en 3e en/ of 3e en 4e middenvoetsbeentje.
Opheffen van de oorzaak door podotherapeutische zolen.
3. Beenuitwas (exostosen/osteofyten)
Pijn ter hoogte van overmatige beenuitwas tijdens het lopen en/of in rust, veelal stekende en /of drukpijn.
Opheffen van de oorzaak door ontlastende orthese en/ of podotherapeutische zolen en/of door schoeisel aan te passen dan wel te wijzigen.
4. Verdikking (met name) in een pees (ganglion)
Verdikking in de voet gepaard met lokale pijnklachten.
In sommige gevallen afhankelijk van de lokalisatie viltbandage, maar in het merendeel het opheffen van de oorzaak door podotherapeutische zolen en/of door schoeisel aan te passen dan wel te wijzigen.
5. Scheve grote teen (hallux (abducto) valgus)
Schoenproblematiek a.g.v. bredere voorvoet.
Stadium 1: Opheffen van de oorzaak en ter voorkoming vordering klachten podotherapeutische zolen. Stadium 2: Dysfunctie pezen welke aan grote teen hechten a.g.v. afwijkende teenstand (afglijden van musculus flexor hallucis longus en musculus extensor hallucis longus), opheffen van de oorzaak en ter voorkoming vordering klachten podotherapeutische zolen. Veelal een orthese ter correctie van de teenstand. Stadium 3: Drukplekken met eeltvorming of erger op verschillende plaatsen bij de grote teen, opheffen van de oorzaak en ter voorkoming vordering klachten podotherapeutische zolen. Veelal een orthese ter correctie van de teenstand.
6. Verminderde beweeglijkheid/ verstijving t.h.v. overgang 1e middenvoetsbeentje en de grote teen (hallux limitus/rigidus)
Pijn t.h.v. overgang van het 1e middenvoetsbeentje en de grote teen, maar kan ook door verstoring in het looppatroon, a.g.v. deze bewegingsbeperking, waardoor elders in de voet klachten optreden en/ of knie, heup, rug.
Een corrigerende podotherapeutische zool ter optimalisering van het gebruik van het desbetreffende gewricht en van de voetafwikkeling bij het lopen inclusief correctie van de achtervoet. Bij een beperking gericht op mobilisatie en bij een verstijving gericht op immobilisatie. Eventueel aangevuld met aanpassing van de schoen, maar blijvende aanpassing is vereist.
7. Jicht
lijvende pijn t.h.v. overgang van het 1e middenvoetsbeentje en de grote teen ten gevolge van de druk van de schoen op de ontstane beenuitwas (exostose) waarbij medicamenteuze therapie niet voldoende verlichting geeft.
Een corrigerende podotherapeutische zool ter ontlasting van het desbetreffende gewricht i.c.m. schoenadvies.
8. Uitstralende pijn/ “doof” gevoel aan binnenzijde van de grote teen (Joplin’s neuroma/compressie-neuropathie van de nervus plantaris medialis aan de mediale zijde van het MTP-1)
Uitstralende pijn/ “doof” gevoel aan binnenzijde van de grote teen.
Opheffen van de oorzaak door podotherapeutische zolen.

9. Botbreuk van het 2e middenvoetsbeentje (marsfractuur)

Acute pijn (soms ook zwelling) tijdens inspanning. Na 2-4 weken is de breuk (fractuur) röntgenologisch vast te stellen.
Opheffen van de oorzaak, immobilisatie door viltbandage en tape. Vaak is ter voorkoming van terugkomende (recidief) klachten t.g.v. overbelasting een corrigerende podotherapeutische zool nodig
10. Uitstralende/ stekende pijn tussen meestal het 3e en 4e middenvoetsbeentje (mortonse neuralgie/ compressie-neuropathie van de nervus plantaris pedis in de intermetatarsale ruimte) morton
Hevige uitstralende/ stekende pijn tussen meestal het 3e en 4e middenvoetsbeentje gepaard met uitstraling in de tenen, doof gevoel in de tenen.
Opheffen van de oorzaak door podotherapeutische zolen.
11. Overbelasting sesambeentje (Sesamoïditis)
Sterke pijn onder het uiteinde van het 1e middenvoetsbeentje, met name bij het op de tenen gaan staan en tijdens de afzet op de bal van de voet tijdens het lopen.
Sterke pijn onder het uiteinde van het 1e middenvoetsbeentje, met name bij het op de tenen gaan staan en tijdens de afzet op de bal van de voet tijdens het lopen.
12. Slijmbeursontsteking t.h.v. het uiteinde van het kleinste middenvoetsbeentje (tailors bursitis aan de laterale zijde van het caput metatarsale 5, vaak met varisatie van digitus 5, abductie van het os metatarsale 5 en exostosevorimg)
Pijn, roodheid en zwelling t.h.v het uiteinde van het kleinste middenvoetsbeentje.
In de acute fase drukvrij leggen met viltverband, daarna protektieve orthese en of schoenaanpassing. Opheffen van de oorzaak vaak door het aanmeten van podotherapeutische zolen.
13. Zandteen of volleybalteen
Pijn na over (grote) teen heen gevallen te zijn (plantairflexietrauma), eventueel gepaard met zwelling.
Rust, ijsapplicaties. Taping ter stabilisatie van desbetreffende overgang van middenvoetsbeentje naar teen. Vaak ook spalken aan de andere teen/ tenen. Eventueel een ontlastende podotherapeutische zool toepassen. Na acute fase spierversterkende oefeningen.

Middenvoet

1. Gewrichtsontsteking(arthritis) t.h.v. de gewrichten van de middenvoet
Pijn ter hoogte van de gewrichten van de middenvoet (midtarsale gewrichten), vooral bij belasten.
Vaak in combinatie met fysio- en/of manueeltherapie ontlastende podotherapeutische zolen. Regelmatig i.c.m. een hakverhoging.
2. Aandoening van de aanhechting van de spier “musculus peroneus brevis”(insertietendopathie musculus peroneus brevis)
Pijn aan de buitenzijde van de voet t.h.v. de uitstulping aan het begin van het kleine middenvoetsbeentje (tuberositas os metatarsale 5).
Opheffen van de oorzaak (meestal naar buiten staan (varusstand) van de voet) door podotherapeutische zolen.
3. Aandoening van de aanhechting van de spier “musculus tibialis anterior”(insertietendopathie musculus tibialis anterior)
Pijn bij de aanhechting van de desbetreffende pees t.h.v. het begin van het “os naviculare” (botstuk aan de binnenzijde van de middenvoet). Soms gepaard met zwelling, roodheid en warmte.
Opheffen van de oorzaak (meestal het te veel naar binnen kantelen van de middenvoet (overpronatie tarsale complex) al dan niet gepaard met het naar binnen staan van het hielbeen (calcaneovalgus) door tapen en/of correctiezolen.
4. Aandoening van de aanhechting van de spier “musculus tibialis posterior”(insertietendopathie musculus tibialis posterior)
Pijn bij de aanhechting van de desbetreffende pees t.h.v. het begin van het “os naviculare” (botstuk aan de binnenzijde van de middenvoet). Soms gepaard met zwelling, roodheid en warmte.
Opheffen van de oorzaak (meestal het te veel naar binnen kantelen van de middenvoet (overpronatie tarsale complex) al dan niet gepaard met het naar binnen staan van het hielbeen (calcaneovalgus) door tapen en/of correctiezolen.
5. Holvoet (pes cavus)
De pijn kan op zeer verschillende plaatsen aan de voet optreden, vooral aan de buitenzijde van de voet. Daarnaast komen ook frequent klauw- of hamertenen voor en pijn onder de voorvoet.
Ontlasting en drukverdeling door een compensatieve zool. Veelal is er sprake van verkorting van de kuitmusculatuur. In dat geval worden er ook rekoefeningen gegeven.
6. Pes planus (platvoet)
De pijn kan op zeer verschillende plaatsen aan de voet optreden, maar vooral in de voetholte en binnenzijde van de voet. Ook treedt pijn en vermoeidheid op na lopen of langdurig staan.
Corrigerende podotherapeutische zool. (De platvoet blijft bestaan maar klachten worden minder/ verdwijnen en bij kinderen is afhankelijk van de mate van afwijking (deels) blijvende correctie mogelijk).

Achtervoet

1. (Lokale) pijnklachten onder de hiel (calcaneodynie)
Pijn onder het hielbeen (calcaneus) bij belasting.
Drukvrij leggen in geval van locale pijnklachten door viltbandage of corrigerende, schokdempende podotherapeutische ontlastende zolen.

1. Gewrichtsontsteking (arthritis) t.h.v. de gewrichten van de middenvoet

Pijn ter hoogte van de gewrichten van de middenvoet (midtarsale gewrichten), vooral bij belasten.
Vaak in combinatie met fysio- en/of manueeltherapie ontlastende podotherapeutische zolen. Regelmatig i.c.m. een hakverhoging.

2. Onderhuidse ontsteking van de slijmbeurs (bursa) ter hoogte van de achillespees(bursitis subcutane achillei)

Pijn ter hoogte van de achillespees, neemt toe bij het naar beneden buigen van de voet.
Opheffen van de oorzaak, veelal een instabiel looppatroon waardoor er wrijving ontstaat van de achillespees op de slijmbeurs, door corrigerende podotherapeutische zolen. Bij druk door het schoeisel schoenadvies en/of schoenaanpassing.
3. Zenuwbeknelling van de zenuw “nervus peroneus superficialis” (compressie-neuropathie van de nervus peroneus superficialis)
Branderige oppervlakkige pijn t.h.v. het onderste deel aan de buitenkant (laterodistale) van het onderbeen, de wreef van de voet en de eerste vier tenen.
Corrigerende podotherapeutische zolen ter vermindering van de tractie op het onderste deel aan de buitenkant van het onderbeen.
4. Irritatie/ontsteking van een peesblad onder de voet oftewel de “fascia/fasciitis plantaris”(irritatie/ontsteking van de aponeurosis plantaris)
Vooral (start-)pijn aan de onderzijde van de hiel met uitstraling naar de voetholte (het verloop van de fascia plantaris)., vaak ook gepaard met zwelling.
Bij kort bestaande klachten kan taping voldoende zijn, bij langer bestaande (chronische) klachten en soms ter voorkoming van herhaling is het opheffen van de oorzaak vereist d.m.v. een corrigerende podotherapeutische zool. Bij verkorting van de kuitmusculatuur ook altijd rekoefeningen soms begeleid door taping. Rust, gevolgd door het opbouwen van de belastbaarheid is noodzakelijk.
5. Hielspoor, kalkafzetting onder het hielbeen t.h.v. de oorsprong van de het peesblad de “fascia plantaris” (Calcifisering onder de calcaneus, meestal t.h.v. de origo van de fascia plantaris)
Met name pijn bij/na belasting onder het hielbeen, veelal is een fasciitis plantaris de oorzaak van de klachten.
Correctie van de achterliggende oorzaak, corrigerende podotherapeutische zolen met specifieke uitsparing t.h.v. locale pijn i.c.m. schokdemping.
6. Tarsaal tunnel syndroom, beklemming van de zenuw de “nervus tibialis” onder een botstuk aan de binnenzijde van het hielbeen achter de binnenkant van de enkel (Compressie van de nervus tibialis onder het retinaculum flexorum achter de mediale malleolus)
Met name pijn bij/na belasting onder het hielbeen, veelal is een fasciitis plantaris de oorzaak van de klachten.
Correctie van de achterliggende oorzaak, corrigerende podotherapeutische zolen met specifieke uitsparing t.h.v. locale pijn i.c.m. schokdemping.
7. Beenuitwas aan de achterzijde van het hielbeen(Haglundse exostose)
Pijn aan de achterzijde van het hielbeen, vaak ook iets zwelling.
Ontlasting met viltbandage, schoenaanpassing. Opheffen van de oorzaak door podotherapeutische zolen om zo de wrijving te verminderen ter hoogte van de beenuitwas.
8. Instabiliteit van de enkel
Bij pijnklachten of veelvuldig zwikken. De pijn kan op zeer verschillende plaatsen zijn gelokaliseerd.
Opheffen van de oorzaak door podotherapeutische stabiliserende zolen. Eventueel in combinatie met oefentherapie.
Podotherapie | #image_title #separator_sa #site_title
Podotherapie | #image_title #separator_sa #site_title

Wij zorgen voor uw voeten. U zet de volgende stap.

Laat uw naam en telefoonnummer achter, zodat we u zo snel mogelijk kunnen terugbellen voor een afspraak.